
‘Eén discussiepunt kon alleszins snel worden afgerond: wie de ambitie had Jezus Christus te chaperonneren gedurende Diens verblijf in deze stad moest Zijn taal beheersen! (…) De leden van het comité zaten net aan de mousse au chocolat (herkenden zij daar niet een lichte ondertoon cognac?) en keken elkander aan. Aramees? Iemand? Dat zou ten zeerste de verbazing hebben gewekt. Op een paar krokant geworden bijbelrollen na was het Aramees zo goed als volledig van de wereld geveegd.’ (p. 62-64)
Het
is wereldkundig gemaakt: Christus zal zijn intrede doen in Brussel! De hele
stad transformeert zich in een vrome gemeenschap waar iedereen vriendelijk
tegen elkaar is, de bloembakken gevuld worden en buren ineens bij elkaar gaan
eten. De notabelen van het land dringen zich op om Christus persoonlijk te
mogen ontvangen en uit de terugkeergevangenis voor asielzoekers wordt het
meisje Ohanna gehaald om te tolken voor Christus. Van verguisd en afgedankt is
ze ineens het belangrijkste meisje van de stad. En dan breekt de grote dag aan.
De
intrede van Christus in Brussel (in het jaar 2000 en oneffen ongeveer) van
Dimitri Verhulst is een scherpe blik op de hedendaagse maatschappij, ons
individualisme en opportunisme. Het boek houdt de vaart erin, wat het ook vluchtig en soms
rommelig maakt. Uiteindelijk is de balans goed en het verhaal rond, zonder
losse eindjes. Ik las het met plezier, maar vermoed dat het niet te lang blijft
hangen.