Een jonge wethouder die een boek schrijft. Dat prikkelt de zinnen, want: kunnen wethouders schrijven? Heeft een Amsterdamse wethouder met een grote portefeuille daar wel tijd voor? Wel, ja en blijkbaar. Dat is prijzenswaardig.
Lodewijk Asscher beschrijft in De ontsluierde stad zijn afgelopen jaren als wethouder. Thematisch schetst hij zijn visie en beleid op het terrein van jeugd, onderwijs, georganiseerde criminaliteit en economie. Da's mooi. Maar voor wie? Voor een lezer met kennis van zaken gaan de hoofdstukken regelmatig kort door de bocht. Zijn gezinshulpplan is niet als eerste uitgevonden in Amsterdam, de Wallenaanpak is niet een verdienste van het bestuur alleen en nog lang niet af.
Voor een geïnteresseerde buitenstaander geeft het boek een aardig beeld, een mooie inkijk in een wethoudersleven. En slim als Asscher is, richt hij zich op die doelgroep. Vertel wat je bereikt hebt en wat je wil gaan doen de komende vier jaar. Met de gemeenteraadsverkiezingen in aantocht, is zo'n boek sterk campagnemateriaal.
Het is waardevol dat een bestuurder zijn pen oefent en daarmee nadenkt over zijn handelen. Asschers boodschap is tot het laatste hoofdstuk: Handel naar je idealen, heb het over de kansen en oplossingen.
In het laatste hoofdstuk, waarin Asscher reflecteert op de PvdA, gaat het mis. Zoals een PvdA'er betaamt, praat hij de partij de put in. "De partij heeft zich de afgelopen jaren meer laten leiden door angst dan door hoop. In plaats van oplossingen werden problemen benadrukt, bedreigingen in plaats van kansen." (p. 138) Etcetera.
Asscher ondermijnt de kracht van zijn geloof in zijn idealen door de missers van de partij uit te kauwen. Dat is nergens voor nodig. Een jong, talentvol bestuurder heeft alle kansen te laten zien dat hij met optimisme aan een mooi Amsterdam werkt en daarmee een representant van zijn idealen en zijn partij is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten