zondag 11 april 2021

De fantastische Meneer Vos. Roald Dahl

'Bolus en Bits en Biet
Eén dik, één klein en één dunne spriet.
Nu kijken die schurken
op hun neuzen als augurken
want Meneer Vos, die vangen ze niet!' 
(p. 95)

'Deze móet je lezen mam, dit boek is echt geweldig!' Mijn dochter van 8 leest graag en veel. Bij de keuze van boeken in de bieb is ze uiteraard vrij te kiezen wat ze wil (want wie wil er nu boeken lezen waar je geen zin in hebt?), maar ik breng wel boeken onder haar aandacht. Met name van schrijvers die ik vroeger zelf graag las, of van schrijvers van wie ik wenste dat iemand mij daar destijds op geattendeerd had. Want in mijn herinnering koos ik vroeger op goed geluk het maximale aantal te lenen boeken uit de bieb. Niemand vertelde me wat mooi, leuk of grappig was, wie bijzondere schrijvers waren of die me vroeg me waar ik interesse in had. 

Later, op de middelbare school, kocht ik jaarlijks de Grote Lijsters en las ze achter elkaar. Het enige wat mijn mavo-leraar Nederlands zei, was: "Je mag ook gemakkelijkere boeken lezen hoor." Toen, en nog steeds, was ik verontwaardigd over die uitspraak. Heb je op de mavo eindelijk iemand die (onbewust) literatuur verslindt, ontmoedig je haar in plaats van haar te wijzen op nog meer mooie boeken. 

Enfin. Het kan zijn dat ik het gemis in mijn eigen jeugd projecteer op mijn kleine boekenwurm, maar altijd praten we erover, toets ik bij haar wat ze graag leest en probeer ik haar te adviseren. En dat laatste krijg ik nu terug. Ze komt me blij vertellen wat ze gelezen heeft en dat ik dat ook écht moet lezen. 

De fantastische Meneer Vos van Roald Dahl dus. Het verscheen in 1972 en als kind las ik het niet. Meneer Vos woont met zijn gezin op de heuvel. In het dal wonen drie rijke, gemene boeren: boer Bolus, boer Bits en boer Biet. Elke avond vraagt Meneer Vos aan zijn vrouw wat ze vanavond wil eten, om vervolgens bij een van de boeren kippen, eenden, ganzen, kalkoenen en appelcider te stelen. Maar de drie boeren zijn het zat. Ze zetten alles op alles om Meneer Vos te vangen. Ze schieten op hem, graven zijn hol uit en proberen hem uit te hongeren, al moeten ze tot in de eeuwigheid voor het hol wachten. Maar Meneer Vos is niet voor niets een vos en is de boeren natuurlijk veel te slim af.  

Dahl gaat niet voorbij aan het geweten van de sluwe vos: Das vraagt zich af of Meneer Vos niet inzit over al het gesteel. Meneer Vos ziet dat anders en heeft zijn weerwoord klaar: 'Bolus en Bits en Biet willen ons vermoorden', en niet andersom. Meneer Vos steelt alleen voedsel om de families in het bos in leven te houden. 'Dat zullen we wel moeten, vrees ik', zegt Das. 

Mijn dochter heeft gelijk: De fantastische Meneer Vos is een geweldig verhaal. Een klein dier dat drie grote, boze boeren voor de gek houdt en ondertussen voor alle dieren in het bos een heerlijk feestmaal aanricht. Vijftig jaar na verschijning - we haalden de 56e druk(!) uit de bieb - heeft dit boek niks aan actualiteit en vaart ingeboet en kan het zo nog vijftig jaar mee. Heerlijke jeugdliteratuur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten