zondag 17 oktober 2010

De patatbalie. In het spoor van de verkiezingskaravaan. Bart Chabot


‘Zij zaten in het landsbestuur of waren op weg daarbij betrokken te raken, de een wat vlotter dan de ander. En ik? Wat was mijn bijdrage aan ‘het geheel’? Ik was de sidekick, op tv. En stond urenlang te wachten op een van hen, Job of Alexander of Emile, of op een van hun woordvoerders in de Patatbalie, die door sommige ingewijden ook wel als de Tippelzone werd aangeduid. Ja ik was goed bezig, maar niet heus.’ (p. 176)

Tijdens alle verkiezingscampagnes schieten ze als paddenstoelen uit de grond: politieke statements verhuld in dagboekvorm van politici en journalistieke ooggetuigenverslagen die in het gunstigste geval voorzien zijn van enig historisch perspectief. Vandaag actueel, morgen goed voor de recyclingfabriek. Niet dat het genre daardoor slecht is, het dient alleen - net als de krant - rap gelezen te worden.

De patatbalie van Bart Chabot is zo’n boek. Een lichtvoetige blik van een politieke buitenstaander die het landelijk campagnegeweld in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen relativeert tot proporties die passen bij onze Nederlandse dorpspomp. Hij beschrijft was hij van dichtbij ziet met een subjectiviteit van het prettige soort.

De patatbalie verschilt in twee opzichten van andere boeken in dit genre. Op de eerste plaats is Chabot een man van de letteren. Hij is thuis in het literaire vocabulaire waarmee hij zich gemakkelijk onderscheidt van de journalisten-schrijvers. Ten tweede blijkt zonder veel woorden dat Chabot intussen weet dat zijn gezondheid hapert. Hij vraagt zich wat melancholisch af wat hij doet tussen al die politici en hoever hij afgedwaald is van wat hij echt nodig heeft.

‘Een windmolentje en opstijgende ballonnen, daar moest ik het mee doen.
Veel soeps was het niet. Kon ik daarmee toe, de rest van mijn leven?
Ik vermoedde van wel.’ (p. 218)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten