zondag 25 april 2021

De ontdekking van Urk. Matthias M.R. Declercq

Toen in februari 2021 op Urk een GGD-teststraat in brand werd gestoken door jongeren, waren de veroordelingen in de publieke opinie niet van de lucht. 'Hek erom en nooit meer iemand naar buiten laten!' 'Inteelttuig!' en meer van zulks. Het prikkelde me om eindelijk dat boek over Urk te kopen, dat in oktober 2020 als een verrassing verscheen: De ontdekking van Urk door Matthias M.R. Declerq. Een voor ons onbekende Vlaamse journalist die uitermate gedegen onderzocht hoe het dorp, de Urker gemeenschap in elkaar steekt. De aanleiding vond tien jaar eerder plaats, toen hij één etmaal de tijd had om een artikel te schrijven voor de krant over een moord op Urk. Veel te kort om de context te duiden en dat bleef Declercq dwarszitten. Dus besloot hij in 2019 naar Urk te varen (in de geest van het eiland dat het ooit was) en er te gaan wonen. Hij vond snel een gastgezin. Een artikeltje in de plaatselijke krant opende vervolgens - hoewel niet altijd vanzelf - deur na deur. 

Declercq bouwt zijn boek razend knap op. Om Urk te begrijpen, start hij bij het begin: de tijd dat Urk een eiland was en leefde van de visserij. Er kwamen geen mensen van het land wonen; slechts wetenschappers kwamen van tijd tot tijd langs voor schedelmetingen en andere vernederende onderzoeken. Toen het zoute water zoet werd en Urk vasteland, veranderde alles en ook weer niet. De gemeenschap bleef hecht, God het belangrijkst en visserij de grootste bron van werkverschaffing. Televisie en radio zijn in de zwaarste kerken nog steeds verboden, maar internet niet. Van de geschiedenis, het rotsvaste geloof (en later de haarscheuren daarin) en het oude hart van het dorp, bouwt Declercq zijn verhaal uit naar de nieuwbouwwijken en industrieterreinen van het dorp waarin hij ook de jeugd, illegale cafés en de drugshandel onderzoekt. 

Declercq denkt na over de vraag wanneer je bij Urk hoort. En dat is alleen als je een Urker paspoort bezit:
"Concreet leiden de determinanten - de kerk, de kotter en de kinderen - op Urk tot een diagram aan vragen waarbij de antwoorden tot een steeds gedetailleerder paspoort leiden (...). De antwoorden vormen het onwrikbare paspoort dat bepaalt wie je bent, en schrijft voor dat je je zult houden aan de kerkelijke regels, aan de gedragsregels, aan de familiale regels en zelfs aan de kledingregels en de moraal." (p. 97) 
Ook al woon je twintig jaar op Urk, ben je een trouwe werknemer en voorbeeldig gezin, zonder dat paspoort hoor je er niet bij en zul je dat ook nooit doen. 

De ontdekking van Urk is een fantastisch journalistiek werk. Juist doordat Declercq zonder vooroordelen het dorp betrad, en die oordelen in het boek ook achterwege laat maar vooral wil weten waaróm zaken op Urk zo gaan, geeft hij een zo zuiver mogelijk beeld van het dorp. Dus als iemand nu nog roept 'hek erom!', dan alleen nadat hij dit boek heeft gelezen.

zondag 11 april 2021

De fantastische Meneer Vos. Roald Dahl

'Bolus en Bits en Biet
Eén dik, één klein en één dunne spriet.
Nu kijken die schurken
op hun neuzen als augurken
want Meneer Vos, die vangen ze niet!' 
(p. 95)

'Deze móet je lezen mam, dit boek is echt geweldig!' Mijn dochter van 8 leest graag en veel. Bij de keuze van boeken in de bieb is ze uiteraard vrij te kiezen wat ze wil (want wie wil er nu boeken lezen waar je geen zin in hebt?), maar ik breng wel boeken onder haar aandacht. Met name van schrijvers die ik vroeger zelf graag las, of van schrijvers van wie ik wenste dat iemand mij daar destijds op geattendeerd had. Want in mijn herinnering koos ik vroeger op goed geluk het maximale aantal te lenen boeken uit de bieb. Niemand vertelde me wat mooi, leuk of grappig was, wie bijzondere schrijvers waren of die me vroeg me waar ik interesse in had. 

Later, op de middelbare school, kocht ik jaarlijks de Grote Lijsters en las ze achter elkaar. Het enige wat mijn mavo-leraar Nederlands zei, was: "Je mag ook gemakkelijkere boeken lezen hoor." Toen, en nog steeds, was ik verontwaardigd over die uitspraak. Heb je op de mavo eindelijk iemand die (onbewust) literatuur verslindt, ontmoedig je haar in plaats van haar te wijzen op nog meer mooie boeken. 

Enfin. Het kan zijn dat ik het gemis in mijn eigen jeugd projecteer op mijn kleine boekenwurm, maar altijd praten we erover, toets ik bij haar wat ze graag leest en probeer ik haar te adviseren. En dat laatste krijg ik nu terug. Ze komt me blij vertellen wat ze gelezen heeft en dat ik dat ook écht moet lezen. 

De fantastische Meneer Vos van Roald Dahl dus. Het verscheen in 1972 en als kind las ik het niet. Meneer Vos woont met zijn gezin op de heuvel. In het dal wonen drie rijke, gemene boeren: boer Bolus, boer Bits en boer Biet. Elke avond vraagt Meneer Vos aan zijn vrouw wat ze vanavond wil eten, om vervolgens bij een van de boeren kippen, eenden, ganzen, kalkoenen en appelcider te stelen. Maar de drie boeren zijn het zat. Ze zetten alles op alles om Meneer Vos te vangen. Ze schieten op hem, graven zijn hol uit en proberen hem uit te hongeren, al moeten ze tot in de eeuwigheid voor het hol wachten. Maar Meneer Vos is niet voor niets een vos en is de boeren natuurlijk veel te slim af.  

Dahl gaat niet voorbij aan het geweten van de sluwe vos: Das vraagt zich af of Meneer Vos niet inzit over al het gesteel. Meneer Vos ziet dat anders en heeft zijn weerwoord klaar: 'Bolus en Bits en Biet willen ons vermoorden', en niet andersom. Meneer Vos steelt alleen voedsel om de families in het bos in leven te houden. 'Dat zullen we wel moeten, vrees ik', zegt Das. 

Mijn dochter heeft gelijk: De fantastische Meneer Vos is een geweldig verhaal. Een klein dier dat drie grote, boze boeren voor de gek houdt en ondertussen voor alle dieren in het bos een heerlijk feestmaal aanricht. Vijftig jaar na verschijning - we haalden de 56e druk(!) uit de bieb - heeft dit boek niks aan actualiteit en vaart ingeboet en kan het zo nog vijftig jaar mee. Heerlijke jeugdliteratuur.