woensdag 5 mei 2021

Het geknetter in de sterren. Jón Kalman Stefánsson

"De dagen zijn dikke, zwarte naaktslakken. Ik heb geen zin om met Pétur of de beide broers af te spreken, zit meestal in mijn kamer, praat met de tinnen soldaatjes en ze helpen mij met mijn huiswerk. Het rekenen gaat vooruit, ik krijg ik-weet-niet-hoeveel sterren in mijn rekenschrift, maar hoe ik ook reken, hoeveel gecompliceerde sommen ik op weet te lossen, hoe ik de tafels van vermenigvuldiging draai en keer, nooit komt mijn moeder er als uitkomst uit." (p.104)

Een zevenjarige jongen (de ik-persoon) woont met zijn vader in een flat in Reykjavik. Op de dag dat zijn moeder wordt begraven, krijgt hij een zak met tinnen soldaatjes, Britse en Duitse. De soldaatjes praten met hem, en helpen hem om te gaan met zijn verdriet. Op een morgen stapt er uit de slaapkamer van zijn vader een norse vrouw, die zijn stiefmoeder blijkt te worden. 

De ik-persoon vertelt parallel aan zijn eigen verhaal als zevenjarige, ook dat van zijn familie. Daarbij wisselt hij van perspectief tussen zijn zevenjarige en veertigjarige ik. De verhalen over zijn overgrootvader en -moeder zijn een dominante lijn in het boek. Zijn overgrootvader is begin twintigste eeuw een uitstekende handelaar in vastgoed, maar kan zich tegelijkertijd volledig verliezen in dagen, weken van drankmisbruik waarin hij alles verruïneert wat hij opgebouwd heeft. Zijn overgrootmoeder gaat daar doortastend mee om, maar stelt ook haar grenzen en neemt op een goed moment een aantal richtinggevende besluiten. 

Het geknetter in de sterren van Jón Kalman Stefánsson is een wondermooi geschreven, kleine geschiedenis van een IJslandse familie: "zes levens, honderdvijftig jaar en een roodharige zeeman". Enerzijds is er het leven van het jongetje in de stad in de jaren '60, waarbij de dingen tot leven komen, zoals onderweg naar school zijn rechterhand steeds naar haar linker tast die diep in de grond is begraven. Of de Trabant die niet één keer opkijkt, de spullen in huis die de vader en het jongetje haar verdwijning verwijten. De dood van zijn moeder is zo aangrijpend en ontroerend beschreven dat het tastbaar wordt. Anderzijds is er het leven van de overgrootvader en overgrootmoeder in het oude stadje Reykjavik dat toen niet meer dan een nederzetting was, en de overweldigende natuur: de fjorden, de nabijgelegen gletsjer en het leven met de elementen. Stefánsson gebruikt daarbij een heel eigen domein van poëtische verbeeldingskracht dat het verhaal samen met de IJslandse context tot een roman maakt dat me niet losliet tot de laatste pagina.